Pijpschroefdraad wordt veel gebruikt in de gas- en waterinstallatietechniek. De parameter wordt gegeven in inches en had oorspronkelijk betrekking op de binnendiameter of nominale
diameter (DN) van middelzware schroefdraadbuizen. Voor dezelfde nominale maat worden echter ook vaak lichte en zware schroefdraadbuizen met verschillende wanddiktes gebruikt.
Vanuit het hedendaagse perspectief is de verwijzing naar de binnendiameter nogal belemmerend en verwarrend:
- Een 1″-pijpdraad voor middelzware schroefdraadbuizen heeft geen buitendiameter van 25,4 mm, maar een bereik van 32,89 tot 33,25 mm.
- Hogedrukpijpen kunnen ook een 1″-pijpschroefdraad hebben, maar door de grotere wanddikte is de binnendiameter kleiner.
In Europa wordt meestal de
Whitworth-draad gebruikt. Deze wordt ook wel afgekort tot BSP (cilindrische schroefdraad) (British Standard Pipe).
Volgens de
norm wordt onderscheid gemaakt tussen schroefdraadafdichtende
(EN 10226-1, voorheen:
DIN 2999) en niet-draadafdichtende pijpschroefdraad (ISO 228). De dichtheid van schroefdraad die niet in de schroefdraad afdicht, wordt bereikt door buiten de schroefdraad geplaatste afdichtingsvlakken.
De meest voorkomende pijpschroefdraad is die welke in de schroefdraad afdicht; deze is ontworpen als cilindrische binnenschroefdraad en conische buitenschroefdraad met overlapping van de diameter.
Op het Amerikaanse continent daarentegen wordt meestal de US NPT
(National Pipe Thread) gebruikt. Naast de diametercodering omvat de maatspecificatie voor NPT-draad ook het aantal schroefdraadomwentelingen per inch.
Vanwege het verschillende aantal draden per inch en kleine verschillen in diameter kunnen BSP- en NPT-draad niet volledig aan elkaar worden geschroefd. Dit is te zien wanneer de schroefdraad helemaal niet of slechts enkele (paar) slagen kan worden ingedraaid.
Voorbeelden van benamingen voor schroefdraad die in de schroefdraad afdicht:- voor een conische Whitworth-buitendraad: pijpdraad DIN EN 10226-R½
- voor een cilindrische Whitworth binnendraad: pijpdraad DIN EN 10226-Rp½.
Aanduidingsvoorbeelden voor schroefdraad die niet in de schroefdraad afdicht:- voor een pijpbinnendraad: pijpdraad ISO 228-G½
- voor een externe schroefdraad: schroefdraad ISO 228-G½ A
- voor een externe buisdraad: buisdraad ISO 228-G½ B
(A, B voor tolerantieklasse).
Ook uitwendige pijpschroefdraad wordt vaak opgeruwd - vooral bij
messing onderdelen - zodat de
hennep of
afdichtingsband voor de afdichting bij het indraaien beter in de schroefdraad houdt en niet verschuift.
Uittreksel uit:
https://de.wikipedia.org/wiki/Gewinde